5 december 2022
Samenvatting: Ondanks controversie, obstakels en geopolitieke spanningen is er ten minste één punt van internationale overeenstemming uit de COP27-onderhandelingen gekomen: we zijn een kritiek decennium voor klimaatactie ingegaan. Kortom, het is nu of nooit.
De zevenentwintigste VN-‘Conference of the Parties’(COP) werd aangekondigd als “implementatie-COP” waarbij de nadruk lag op klimaatfinanciering, verlies en schade, en het opmaken van een “wereldwijde inventaris” van maatregelen die moeten worden genomen om de Parijs doelstellingen te halen. Heeft de conferentie deze cruciale rol kunnen waar maken?
Toegegeven, COP27, gehouden in Sharm El-Sheikh, Egypte, stond een zware taak te wachten. Door de aanhoudende oorlog in Oekraïne, de daaropvolgende wereldwijde energiecrisis en geopolitieke spanningen tussen de VS en China leek de mogelijkheid om vooruitgang te boeken in de onderhandelingen in gevaar te komen.
Nu sommigen door de economische omstandigheden een wereldwijde recessie voorspellen, wordt bovendien opnieuw gespeculeerd over de rol van particuliere financiering bij klimaatmaatregelen. Waar overheidsmaatregelen ophouden, kan en moet particulier kapitaal ingezet worden. Dit geldt met name voor de vastgoedsector, waar vermogensbeheerders en eigenaren het voortouw nemen bij het realiseren van klimaatbestendige en milieuvriendelijke gebouwen.
Dus: wat waren de resultaten van COP27, of waar ontbrak het aan? En wat betekenen de uitkomsten voor private investeerders, met name in de vastgoedsector?
‘Verlies en schade’ overeenkoms’
Op de laatste dag van de COP27 is een belangrijke overeenkomst gesloten over het verlenen van financiële hulp bij klimaatschade aan ontwikkelingslanden. Hulp bij klimaatschade aan deze landen is al lang een controversieel onderwerp. De gevolgen van de klimaatcrisis worden vaak het zwaarst gevoeld door gemeenschappen die hier het minst verantwoordelijk voor zijn, maar dit gegeven werd lang weggewuifd door welvarende landen. De oprichting van een fonds om ontwikkelingslanden te helpen herstellen van klimaatrampen, en de oprichting van een “overgangscomité” om de operationalisering van dit fonds te ondersteunen, zijn dan ook belangrijke stappen voorwaarts.
Het beheer van dit schadefonds is opgenomen in het Sharm el-Sheikh Implementation Plan, en vereist een zeer omvangrijke financiële samenwerking tussen regeringen, centrale banken en financiële instellingen. Verwacht wordt dat de overgang van de wereldeconomie naar een duurzaam en koolstofarm systeem ten minste 4-6 biljoen dollar per jaar zal gaan kosten. Een enorm bedrag, vooral gezien het feit dat het welvarende landen niet gelukt is de afgelopen jaren volgens afspraak 100 miljard euro te mobiliseren voor klimaatfinanciering aan ontwikkelingslanden. Hieruit blijkt dat het zonder particuliere financiering simpelweg onmogelijk is om deze doelstellingen te halen.
De ‘verlies en schade’ overeenkomst moet belangrijke kansen voor private investeerders bieden. Investeringen in klimaatbestendige infrastructuur, technologie en herstel zijn nu meer nodig dan ooit, vooral binnen de vastgoedsector.
‘Building to COP Coalition’
Een goed voorbeeld van de toenemende betrokkenheid van de vastgoedsector is de “Building to COP Coalition”, een organisatie die tijdens COP26 werd gelanceerd. De nieuwe coalitie werkt aan duurzaamheid in de gebouwde omgeving middels partnerschappen met bedrijven en investeerders wereldwijd.
De aandacht voor de gebouwde omgeving vanuit de Coalitie zelf, alsook de 2030 Breakthrough Outcomes for the Built Environment en Race to Zero wijzen op een aanzienlijke verschuiving in de markt. In combinatie met toenemende regelgeving en duurzamere bouwnormen is de boodschap voor de vastgoedsector duidelijk: investeer in klimaatbestendigheid en -weerbaarheid, of blijf achter.
Voor sommige investeerders betekent dit dat zij hun blik richten op nieuwe en opkomende markten. De vraag naar klimaatbestendige gebouwen zal blijven toenemen, vooral nu er overheidskapitaal beschikbaar wordt gesteld via initiatieven als het ‘verlies en schade’ fonds.
Voor andere investeerders kan dit een aanmoediging zijn om bestaande activiteiten en strategieën in gevestigde markten te evalueren. De regelgeving voor duurzaam bouwen zal zich blijven ontwikkelen, evenals de aanscherping van energie-efficiëntienormen en eisen voor koolstofarme bouwmaterialen en -processen. Vereisten voor de openbaarmaking vande embodied carbon in Zweden, minimumnormen voor energie-efficiëntie in Frankrijk en voorschriften voor duurzame financiering in de EU en het Verenigd Koninkrijk zijn slechts enkele van de maatregelen die worden genomen nu landen ernaar streven het Parijsakkoord waar te maken. Door nu duurzame beleggingsstrategieën te implementeren, beschermt u zichzelf tegen het risico van ‘stranded assets’ en benut u de kansen van een groeiende markt.
Longevity Partners kan u helpen bij het navigeren door veranderend beleid en het ontwikkelen van robuuste ESG-strategieën voor uw fondsen. Neem vandaag nog contact op met ons team voor meer informatie.